Bodems en druivenrassen: de beste combinaties

Verschillende druivensoorten gedijen goed op verschillende bodems. In sommige gevallen kan de juiste combinatie van druivensoort, bodem en klimaat een wijn produceren met een sterke, unieke persoonlijkheid.

Chardonnay en kalksteen

Chardonnay houdt vooral van kalkbodems in een koel klimaat, waardoor het zijn zuurtegraad kan behouden. De kalksteen zorgt voor een regelmatige watertoevoer, waardoor chardonnay langzaam kan rijpen en aromatische finesse krijgt. Kalkachtige bodems komen voor in de Champagne, maar ook in Bourgondië.

Cabernet sauvignon en grind

Deze variëteit is een grote reiziger en past zich aan elke situatie aan, maar komt enkel tot uiting in zijn finesse en persoonlijkheid op heel specifieke ondergronden. Het heeft warme, filterende bodems nodig om harmonieus te rijpen. De kiezelachtige bodems op de linkeroever van de Gironde en die van de Libourne-regio op de rechteroever zorgen ervoor dat het potentieel volledig tot uiting komt.

Merlot en klei

Merlot is een druivenras dat vroeg rijpt, dus kan het aangeplant worden op koelere en nattere ondergronden. Op de kleigrond van Pommerol zorgen de koelte van de bodem en zijn grote waterretentiecapaciteit ervoor dat de druif traag rijpt, wat zorgt voor wijnen met een grote complexiteit.

Syrah schist en graniet

Syrah gedijt op twee bodemsoorten: granietpistes en leisteen. De eerste soort vinden we in de noordelijke Rhônevallei (Saint Joseph, Hermiage en Cornas). De laatste worden ook aangetroffen in de Rhône (Côte-Rotie), Languedoc (Faugères) en bepaalde terroirs in Roussillon. Deze donkere bodems slaan warmte op en voeren overtollig water af. Slechte bodems verhinderen de productie van syrah. Ze zijn arm en voorkomen dat Syrah te veel produceert.

Grenache en schist

Deze variëteit kan zowel het beste als het slechtste. Het kan alcoholische wijnen voortbrengen zonder finesse en structuur, maar het kan ook geweldige wijnen voortbrengen die dicht, vlezig en aromatisch zijn. Dit geldt vooral voor filtrerende leisteenbodems, waarvan de beste voorbeelden te vinden zijn in Maury en Banuyls in de Roussillon en in Priorat in Spaans Catalonië.